Vissersvrouw (1902) • Krijt op papier • 26.5 x 20.5 cm • Gesigneerd en gedateerd ‘Mon amie Spaan, Kerstmis 1902, Alles Gedaan, JI’ (linksonder), ‘Jozef Israels’ (rechtsonder)
Herkomst: Particuliere collectie
Deze tekening was te koop • Verkocht
Jozef Israëls (1824-1911) was een van de voornaamste Nederlandse schilders uit de Haagse School. Israëls was nauwelijks achttien jaar, toen hij in de leer ging bij Jan Adam Kruseman en bij Jan Willem Pieneman te Amsterdam. Op een paar onderbrekingen na bleef hij tot 1871 in de hoofdstad, vervolgens woonde en werkte hij voornamelijk in Den Haag.
Van 1845 tot 1847 verbleef hij in Parijs. In het atelier van de Franse François-Édouard Picot werd hem het romantische historieschilderen bijgebracht. Louis Gallait en de Franse Nederlander Ary Scheffer oriënteerden hem eveneens op het Romanticisme. Ook Horace Vernet, Paul Delaroche en James Pradier hadden invloed op Israëls toen hij op de École des beaux-arts in Parijs studeerde. Hij ontmoette daar tevens Jan Jongkind en de schilders van Barbizon.
Terug in Den Haag waren het zijn voorstellingen van eenvoudige mensen, vooral uit het vissersleven van Zandvoort en Katwijk, die tot zijn roem zouden leiden. Israëls raakte in Den Haag nauw bevriend met Hendrik Willem Mesdag. Ze waren in 1876 samen betrokken bij de oprichting van de Hollandsche Teekenmaatschappij en speelden een voorname rol in het Haagse Pulchri Studio.
Tot 1885 leidde hij zijn zoon Isaac Israëls (1865-1934) op. Hierover schreef hij: Met de hulp van de Heer, zal hij een beter schilder worden dan zijn vader. Na 1885 ging Isaac zijn eigen weg in Amsterdam en werd hij net als Breitner een van de Amsterdamse impressionisten.