Jan Adam Zandleven

Bloesemboom (1912) • Olieverf op doek (marouflé) • 40 x 30 cm • Gesigneerd ‘J.a. Zandleven’ (linksonder)

Herkomst: Particuliere collectie

    Schilderij te koop • Ontvang de prijs

    Naam

    E-mailadres

    Jan Adam Zandleven (1868-1923) was een Nederlands kunstschilder, vooral van landschappen en stillevens. De impressionistische invloed van Vincent van Gogh en Théophile de Bock is zichtbaar in zijn werk. Het kenmerkt zich door een pasteuze pointillistische verfopbreng, met kleine, dikke stippen verf, in een losse toets en in heldere kleuren.

    Zandleven werd geboren als zoon van een fabrikant en koopman in verf. Nadat hij een tijd lang in de zaak van zijn vader had gewerkt, koos hij in 1902 tegen de zin van zijn vader voor het schildersvak. Zijn eerste werk werd geprezen door Constant Gabriël en Jozef Israëls. Van belang voor zijn beroepskeuze was ook zijn kennismaking met kunsthandelaar Henk Bremmer, die hem financieel steunde en Helene Kröller-Müller adviseerde om zijn werk te kopen. ‘Mijn leven is één passie voor de kunst’, schreef Zandleven in 1906 aan Bremmer.

    In 1904 vestigde Zandleven zich in Gorssel en in 1912 in Putten, op de Veluwe. Het liefst trok hij zich met zijn ezel terug in het bos, soms vergezeld door zijn levenslange vriend de schilder Jan Carbaat. Ver weg van het stadsgewoel maakte hij sprookjesachtige schilderijen, met aandacht voor het detail in zijn onderwerpen: takken, bladeren, bloemen, keien, zandhopen, bospaadjes, paddenstoelen, boomstammen en stronken.

    Tussen 1916 en 1922 exposeerde Zandleven diverse malen bij Kunsthandel Gerbrands te Utrecht. Na zijn overlijden werd er in 1929 een overzichtstentoonstelling van zijn werk georganiseerd door het Stedelijk Museum Amsterdam. Zijn werk bevindt zich in de collecties van het Gemeentemuseum Den Haag, het Dordrechts Museum, het Centraal Museum Utrecht, het Kröller-Müller Museum Otterlo en het Museum Jan Cunen Oss. In 2012 vond een expositie van zijn werk plaats in het Museum Flehite Amersfoort. Onno Maurer, Katjuscha Otte en Jaap Verhage schreven daarbij een catalogus.