Pinguïn (1962) • Brons • 44.5 x 18 x 21 cm • Gemerkt ‘Th vd Pant 2/6’
Oorspronkelijk gegoten in een serie van zes, waarna Theresia van der Pant er nog zes heeft nagegoten en gepatineerd. Een van de pinguïns bevindt zich in de collectie van Kasteel het Nijenhuis in Heino, onderdeel van museum De Fundatie
Herkomst: Particulier bezit Amsterdam, uit erfenis verkregen (distinguished collection)
Literatuur: R. van der Linden, R. van Put, ‘Theresia van der Pant, Beeldhouwster/Sculptress.’, Amsterdam 1989, p. 17, Geïllustreerd
Dit beeld was te koop • Verkocht
Theresia van der Pant speelde met de mogelijkheden van dieren om tot interessante organisch-vloeiende vormen te komen. In een zoektocht naar bruikbare houdingen, ging de beeldhouwster daarom vanaf 1962 ook met de pinguïn aan de haal.
Deze Artisbewoner draagt zijn volle lijf op poten, maar die zijn zo kort dat de vogel haast uit één volle gesloten massa lijkt te bestaan, een idee dat Van der Pant extra heeft willen benadrukken door in hardsteen een variant te hakken die even subtiel als massief is. De overtuiging die van dit beeld uitgaat, gaf aanleiding om er in gips nog een op te zetten voor de bronsgieter. Daarover schreef kunsthistorica José Boyens:
‘Niet te vinden is een zo platte, vierkante borst, een zó verzwakte vleugel, terwijl de andere vleugel, waarnaar de waakzame kop zich keert, met een bescheiden elan uit het lijf tevoorschijn komt. In deze asymmetrie wil de beeldhouwster de humor van de pinguïn verbeelden. In de opgerichte snavel en het wakkere oog de aandacht voor de andere leden van de groep. De éven opgetilde voet staat voor de zorg van het jong. Daarvoor maakt ook de borst zich breed en hoog, als een schild.’
Deze interpretatie raakt aan de creatieve manier waarop Van der Pant de werkelijkheid naar eigen visie en stijl omboog. Tegelijkertijd roept het beeld associaties op met de tradities waaruit zij stamde. De reiger die Johan Altorf uit ivoor sneed heeft bijvoorbeeld een even eigenzinnige uitstraling en de uil van leermeester Oscar Jespers was net zo gesloten en expressief.
In 1963 nam Van der Pant met haar beeld deel aan de Artis-tentoonstelling Beestewerk, die bestond uit inzendingen voor een wedstrijd die door de dierentuin was uitgeschreven naar aanleiding van hun honderdvijfentwintigjarig bestaan. In de categorie beroepskunstenaars won zij de eerste prijs.
Bron: Sculpturen van Theresia van der Pant in de context van de twintigste eeuwse beeldhouwkunst (2013), F.M. van der Pant