Zonder titel (1964) • Olieverf op doek • 91 x 71 cm • Gemerkt ‘WH64’, met studiostempel op spieraam • In originele lijst
Hussem omlijstte zijn schilderijen met aluminium strips. Hij verkoos dit ranke profiel boven traditionele lijsten, omdat ze minder afleiden en een betere interactie toelaten tussen het schilderij en de ruimte eromheen.
Herkomst: Galerie Nouvelles Images, Den Haag (inv.no. 4240) • Particuliere collectie
Willem Frans Karel Hussem (1900–1974) was een Nederlands schilder, beeldhouwer en dichter. Zijn kunstenaarschap begon in 1917 op jonge leeftijd en bestreek een periode van vijfenvijftig jaar. In deze periode wist hij zich steeds te vernieuwen.
In zijn vroege jaren werkte Hussem in streng realistische stijl. Dat was kenmerkend voor deze periode, waarin het rijke internationale karakter van de kunst tot dan toe plaats had gemaakt voor een nationalistisch narratief met hernieuwde waardering voor natuur en vakmanschap. Echt overtuigen zoals Carel Willink, Pyke Koch of Dick Ket dat destijds deden kon Hussem in deze fase niet.
Vanaf de jaren veertig wijdde Hussem zich volledig aan de experimentele schilderkunst. Hij ontwikkelde zijn abstraherende werk in een tijd dat de Nederlandse kunstwereld nog werd beheerst door realisme en traditionalisme. Steun en begrip kreeg hij daarom weinig, maar kunst uit uitheemse culturen en het werk van Picasso bleven Hussem inspireren.
In de oorlogsjaren was de productie van Hussem klein, maar kreeg de Oosterse kalligrafie grip op zijn ontwikkeling. Dat kwam voort uit een sterke belangstelling voor het Zen-boeddhisme, dat breder leefde in de Westerse kunst. Hussems kalligrafieën en daarop volgende experimentele schilderijen kregen langzaamaan betere kritieken, maar een Nederlandse markt voor avant-gardekunst was er nog altijd niet. Dat maakte het bestaan van Hussem en zijn gezin moeilijk.
Aan het einde van de jaren ’50 ontwikkelde Hussem een werkwijze die voor hem karakteristiek zou worden; een stijl die aansloot bij zijn wereldbeschouwende en schilderkunstige opvattingen. Met een krachtige penseelvoering en beheerste plaatsing van lijnen, vormen en kleuren tegen een monochrome achtergrond. In de jaren ’60 scherpte hij deze werkwijze verder aan en brak een zeer productieve periode van artistieke rijpheid aan.
De expressief constructivistische schilderijen die hij in deze periode vervaardigde, zijn doorgaans opgebouwd uit krachtig gedefinieerde vormen die neigen naar geometrie, zoals cirkels, ovalen, ellipsen, rechthoeken, balken en bogen. Hussems volwassen beeldtaal was zeer persoonlijk en herkenbaar, toch konden zijn schilderijen in karakter verschillen; somber of vrolijk, ingetogen of uitbundig en druk.
Hussems kunstenaarschap kan worden gekarakteriseerd als een speurtocht naar het wezenlijke, het essentiële; “Ik heb er een leven aan gewerkt om mijn werk zo eenvoudig te krijgen. Ik moet die eenvoud elke keer op mezelf veroveren.”
Hussem maakte deel uit van de kunstbewegingen Fugare, de Liga Nieuw Beelden en Verve. Zijn werk wordt gerekend tot de kunststroming de Nieuwe Haagse School. Driemaal kreeg hij de Jacob Marisprijs en zijn werken bevinden zich in de collecties van Kunstmuseum Den Haag, Stedelijk Museum Amsterdam, Dordrechts Museum, Rijksmuseum Twente.