Wim de Haan

Compositie (1956) • Gemengde techniek op papier • 75 x 46 cm • Gesigneerd ‘de haan ’56’ (linksonder)

Herkomst: Collectie Gies Pluim

Dit werk op papier was te koop • Verkocht

Willem Jacobus ‘Wim’ de Haan (1913-1967) wordt samen met Bram Bogart en zijn vriend Jaap Wagemaker gerekend tot de belangrijkste materie-kunstenaars die in de jaren vijftig opkwamen.

De Haan was vanaf 1937 werkzaam als handelsagent in Nederlands-Indië. In deze periode werd hij opgeroepen om als soldaat te vechten in de oorlog tegen Japan. Toen hij in de 1942 door de Japanners als krijgsgevangene werd genomen, moest hij tot 1946 aan de Birmaspoorweg werken. Om zijn trauma’s te verwerken ging De Haan tekenen en schilderen.

De autodidact besloot zich in 1953 volledig te richten op zijn kunst. Eerst waren zijn schilderijen surrealistisch, maar al snel ontwikkelde zijn werk zich tot abstract-expressionisme. De Haan bestudeerde het werk van andere kunstenaars en experimenteerde met verschillende media. Grotendeels richtte hij zich op lijntekeningen, schilderkunst met materiaaltoepassingen en assemblagetechnieken. De betekenis van materialen speelde altijd een belangrijke rol.

In de jaren zestig was hij lid van de groepen Europa en Oekwa, waar hij mee exposeerde. De Haan was verder lid van de kunstenaarsvereniging Federatie van Verenigingen van Beroeps Beeldende Kunstenaars en Liga Nieuw Beelden. In 1975 werd in het Stedelijk Museum een overzichtstentoonstelling over de kunstenaar gehouden.