Otto B. de Kat

Stilleven met roze schenkkan (1992) • Olieverf op doek • 65 x 50 cm • Gesigneerd en gedateerd ‘de Kat ’92’ (rechtsonder)

Herkomst: Collectie van de beeldhouwster Margot Hudig (1919-2006), Laren, verworven in 1993. In het aantekeningen boekje dat hij bijhield noteerde De Kat bij dit werk: ‘1993 verkocht Mevr. H’.

Literatuur: G. Westerink, T. Goedings, H. van Run, ‘Otto B. de Kat. Leven en werk 1907-1995’, Bussum 2002, p. 291, no. 561 (inv.nr. OBKS-92-05) • T. Goedings, Otto B. de Kat – Het late werk. Schilderijen en aquarellen 1978-1994, Bussum 2008, p. 90, no. S2, afgebeeld op p. 91 • F. Hoekstra, ‘Bezonken bezieling, Otto B. de Kat en tijdgenoten’, Zwolle 2024, p. 85, Geïllustreerd

Tentoonstelling: Otto B. de Kat en tijdgenoten, Museum Jan Amstelveen, 4 oktober 2024 – 6 April 2025

Dit schilderij was te koop • Verkocht

Otto Boudewijn de Kat (1907-1995) was een Nederlands kunstschilder, recensent en hoogleraar. Zijn werk kenmerkt zich door een ingetogen, intieme sfeer. Hoewel hij abstraherend werkte, heeft hij de zichtbare werkelijkheid nooit helemaal verlaten. Landschappen en stillevens waren zijn favoriete genres en hiervoor putte hij meestal uit zijn directe omgeving. Zowel in zijn eigen werk als in zijn hoogleraarschap legde hij de nadruk op ambachtelijkheid, respect voor traditie en een balans tussen ratio en emotie.

De Kat studeerde aan de School voor Bouwkunde, Versierende Kunsten en Kunstambachten in Haarlem en volgde aansluitend de avondopleiding aan de Rijksakademie van beeldende kunsten in Amsterdam. Hij werd lid van kunstenaarsvereniging De Onafhankelijken waarmee hij zijn eerste exposities had. Hij was medeoprichter van de Kennemer Kunstenaarskring (1932) en de Hollandse Aquarellistenkring, die hij in 1946 samen met Kees Verwey in het leven riep. De lessen die hij kreeg van de Haarlemse schilder Henri Boot waren zeer inspirerend voor De Kat.

Met zijn eerste echtgenote maakte De Kat lange reizen naar Italië, waar hij in de jaren dertig in Rome exposeerde met M.C. Escher, en naar Frankrijk, waar hij veel schilderde en onder de indruk raakte van onder andere Pierre Bonnard, Edouard Vuillard, Albert Marquet en het fauvisme van Henri Matisse.

De Kat was ook publicist en schreef in de periode van 1948 tot 1955 kunstrecensies voor Het Vrije Volk en het Haarlems Dagblad. In 1955 werd hij aangesteld als hoogleraar schilderen aan de Amsterdamse Rijksakademie. Tot 1972 onderwees hij tientallen kunstenaars. In die periode ging hij veel op reis en in 1964 kocht hij met zijn tweede echtgenote een huis in Frankrijk. Het Franse landschap was voor De Kat een belangrijke inspiratiebron.

Musea met werk van de Kat zijn: Teylers Museum Haarlem, Stedelijk Museum Amsterdam, Rijksprentenkabinet Amsterdam, Singer Museum Laren, Stadsgalerij Heerlen, Museum Henriette Polak Zutphen, De Wieger Deurne en Museum Maassluis.